Toen ik zwanger was van mijn dochter, mijn eerste kindje, voelde ik mij 9 maanden lang slecht. Ik voelde me in de steek gelaten. Ik voelde mij onzeker over hoe het allemaal zou moeten gaan als zij er was. Ik had last van stress en verdriet. Ik wilde wel heel graag een baby. Ze was welkom bij mij. Maar ze was niet gepland en de situatie was alles behalve veilig en geborgen.
Zij is gegroeid in mijn buik met als voeding; stress, onzekerheid, verdriet en angst. Arm meisje. Dat was nog maar het begin. Als ik toen had geweten wat ik nu wist. Maar daar heeft zij natuurlijk helemaal niets aan. Haar blauwdruk is een feit.
Wij willen als ouder allemaal dat ons kind gelukkig is. Hoe kan het dan dat wij zo egoïstisch zijn en in eerste instantie meer bezig zijn met wat ons gebeurt en overkomt en de gevolgen daarvan, dan de diepe impact die het heeft op onze kinderen? We schreeuwen tegen onze partners waar onze kinderen bij zijn.
Onze kinderen krijgen onze stress mee, onze frustraties, onze relatieproblemen. Of we willen of niet. Als wij problemen hebben, niet goed in ons vel zitten, hebben onze kinderen daar last van. Onze kinderen hebben er helemaal niets mee te maken. Trouw als ze zijn willen ze ons nog troosten, de schuld op zich nemen van onze boosheid en verdriet. Ze doen er alles aan om evenwicht te creëren. Ze offeren zich op.
We hebben vaak geen idee wat we onze kinderen aandoen terwijl we zielsveel houden van onze kinderen.
Aandacht, aandacht, aandacht en nog eens aandacht, is het mooiste wat je je kinderen kunt geven. Ze vragen helemaal niet veel.